Bij de stalhouders ontstond de behoefte aan grote rijtuigen voor het vervoer van grote aantallen personen. Voor dit doel werd de Jan Plezier of de lange brik gemaakt. De lange brik is een variant op de body brik, vaak voorzien van een losse achterkap, de koetsier zit niet onder de kap. Dit rijtuig biedt vaak plaats aan zestien tot twintig personen. De wagen is solide gebouwd, met een lange wielbasis en voorzien van zware veren. Ze waren meestal bespannen met twee paarden en de aanspanning werd gereden door een koetsier.
De Omnibus
Hotels en stalhouderijen onderkenden vrij snel de waarde van de omnibus en lieten grote omnibussen bouwen, de bouw was vrij functioneel, opvallend was het aantal beschikbare zitplaatsen en de vaak eenvoudige bekleding. De imperiaal op het dak bood ruimte aan een fikse hoeveelheid koffers en andere reisbenodigdheden. De Omnibus werd in principe bespannen met twee paarden en gereden door een koetsier, de grote stadsomnibussen werden vaak getrokken door drie paarden, welke naast elkaar werden aangespannen.
De Road Coach
De voorloper van de road coach, de stage coach verdween midden 1800 van het Engelse toneel, dit door de komst van de stoomtrein. Er waren echter welgestelde liefhebbers die met coaches de bestaande lijndiensten bleven onderhouden. Vaak puur voor de liefhebberij en niet voor het geld. De coaches die daarvoor werden gebruikt waren moderner dan de stage coach. Voor het uitbrengen van de road coach bestonden strenge regels, die heden ten dage nog steeds actueel zijn voor de leden van de Coaching Club.
De coach kan een naam hebben, deze staat onder de schulpplank en achter de knechtenbank. Op de zijden van het rijtuig staan de namen van begin- en eindstation. Op de knechtenbank kunnen naast de conducteur, wiens plaats aan de linker kant is, met een sterk verhoogd kussen, drie personen zitten. Aan de bank voor hem is een riem, waaraan hij zich kan vasthouden als hij staande de hoorn blaast. De bekleding van de banken, zowel binnen als buiten moet van stof zijn, niet van leder. De leuningen van alle zitplaatsen zijn vast. De ruimte tussen de middelste banken wordt gebruikt voor de opslag van bagage en kleding. De deur van deze koffer scharniert aan de rechterkant. De conducteur is in staat, al rijdend, de deur te openen vanaf de linker achterstep. Tuig is zwaarder dan bij de drag. Tuig van zwart leder, de gareelkussens zijn soms van bruin leder. Een gareel van stro dient als reserve gareel en wordt aan de zijkant van de kast opgehangen. De coach wordt getrokken door vier paarden.