De Phaëton, ontwikkeld zo rond 1817, werd vooral gebruikt door kapitaalkrachtige jongelui die met deze speciale rijtuigen de mensport beoefenden. De naam is afkomstig van Phaëton de zoon van Helios de zonnegod uit de Griekse mythologie die de zonnewagen reed. Doordat de eigenaar zelf rijdt is bij de Phaëton de bokzit de belangrijkste en comfortabelste zit. Soms voorzien van een lederen kap. De knechtenbank daarin tegen was vaak zeer eenvoudig uitgevoerd.
Onderstaand volgt een beschrijving van een aantal uitvoeringen van de Phaëton.
Mail Phaëton
Vaak gebouwd op een gelijk onderstel als dat van de mailcoach. Het rijtuig heeft een comfortabele bokzit met lederen kap en een simpele knechtenbank. Door de aanwezigheid van de flèche is de draaicirkel beperkt. Het rijtuig werd later voorzien van patentassen. Dit rijtuig werd gebruikt voor de mensport, maar ook om visites af te leggen. De Mail Phaëton werd groot en sterk gebouwd en werd gereden met een tweespan of vierspan met garelen betuigde paarden.
Demi-mail Phaëton
Een elegant rijtuig geschikt voor een tweepaards-aanspanning, de wielen kunnen, door de insnijding in de bak, onderdoor draaien. Dit rijtuig is een verbeterde uitgave van de Mail Phaëton. De verbetering vond voornamelijk plaats in het onderstel. Door deze verandering werd het een echt herenrijtuig, geschikt voor twee paarden een voor zowel ion de stad als op het platteland.
Spider Phaëton
Dit type rijtuig, van Amerikaanse oorsprong, werd na invoering in Engeland razend populair en diende bij uitstek als showrijtuig. De spider is voorzien van een luxe bokzit en een knechten bankje voor één persoon. Het open frame met de gebogen stalen buizen doet denken aan de poten van een spin.
De Carts
De Carts zijn in tegenstelling tot de Gigs afkomstig van het Engelse platteland. Zij werden veel gebruikt door de boeren maar ook op de landhuizen. Een Cart is een tweewielig rijtuig getrokken door een paard of pony en biedt plaats aan 2 tot 4 personen. De wijze van aanspannen kan verschillen, de aanspanning kan worden uitgebracht als enkelspan, tweespan maar ook als tandem.
Carts werden gebouwd in diverse uitvoeringen en op het Europese vasteland werden er eigen namen aangegeven. Onderstaand worden er meerdere Carts uitgebreid beschreven.
Norfolk cart
Kenmerkend voor de Norfolk cart is de hoekige bak met zijwanden welke schuin naar achteren zijn geplaatst. Een deel van de zijwand is opgebouwd uit latten met een tussenruimte van enkele centimeters. De lamoenbomen lopen door naar achteren, zowel door de bak als buiten de bak is mogelijk. De vering bestaat meestal uit een driekwart raamveer. De wielen hadden ijzeren beslag.
Tandem cart
De tandem(dog)-cart met hoge bokzit werd met name ontwikkeld voor jonge menners, die met veel enthousiasme het tandem rijden (het mennen van twee paarden voor elkaar) beoefenden. De knechtenbank is meestal lager geplaatst als de bokzit. De achterwand doet neergeklapt dienst als voetensteun. De knechten zitten met hun rug in de rijrichting, zo genaamd “dos à dos”.
Dog cart
De Dog cart werd ontwikkeld voor het vervoer van honden, de kast is vrij compact gebouwd, de voor- en achterbank zijn slechts door de rugleuning gescheiden. De voorbank is iet hoger geplaatst dan de achterbank, de achterklep wordt gebruikt als voetensteun door de passagiers op de achterbank. In de zijwanden van de kast zijn jaloezielatten aangebracht waardoor de in de kast opgesloten honden voldoende frisse lucht kunnen krijgen. De kast is tussen de lamoenbomen geplaatst en kan in balans worden gebracht door deze te verplaatsen over een glij-inrichting.
Ralli cart
Een Ralli-auto is een traditioneel type paardenkar, genoemd naar de familie Ralli. Het voertuig werd vaak gebruikt als een algemene aanloop voor gezinnen. Het heeft rug-aan-rug stoelen met ruimte onder de stoelen voor bagage of boodschappentassen.
Bij de Ralli Cart zijn de zijwanden uit een stuk en zijn zo gebogen dat ze aan beide zijden een spatscherm vormen. De lamoenbomen lopen naar achteren door of naast de bak. In Frankrijk werd een dergelijk rijtuigtype ook Charette genoemd.
De Gig
De Gig werd begin 1900 veel gebruikt door zakenlieden en handelsreizigers om heen en weer te reizen van hun woonplaats naar de centra van de grote steden in Engeland. Bij hun woonhuis hadden ze een stalling voor het rijtuig, het zo genaamde Gighouse, zoals we tegenwoordig vaak een garage bij het huis hebben voor het stallen van de auto. Een gig is meestal een tweewielig rijtuig dat getrokken wordt door een paard/pony en biedt plaats aan twee personen, die naast elkaar zitten. Maar ook de gig was aan de mode onderhevig en er werd rekening gehouden met de wensen van de kopers.
Hierdoor kwamen een groot aantal uitvoeringen in omloop, zoals de Lawton Gig, de Stanhope Gig, Dennett Gig en de Tilbury Gig.
Dennet Gig
Bij de Dennet gig is de tweepersoonsbank geplaatst op een rechthoekige bagageruimte, het is een vrij licht sierlijk rijtuig, voorzien van een driekwart-raamveer. De zijwanden van de bak gaan sierlijk over in de achterwand. Beide spatschermenlopen naar achteren met een buiging omhoog
De Cabriolet
De cabriolet is te herkennen aan zijn uitwendige lijnen welke overeenkomen met de vormen van een schelp. De lederen kap vormt een harmonieuze combinatie met de bak. De lamoenbomen, die naar achteren doorlopen, zijn aan de voorzijde vaak fraai gebogen. Vaak werd het rijtuig voorzien van C-veren. Het voorschild was vaak sierlijk gebogen in overeenstemming met de lijnen van de bak en de kap.
Ook de cabriolet werd gebouwd in diverse uitvoeringen. Zo werd de cabriolet met een lage instap erg populair, de lage instap kon gerealiseerd worden door het rijtuig te voorzien van een as in U-vorm. Hierdoor moesten de lamoenbomen worden ingekort en aan het voorspatscherm worden bevestigd. Vaak werd het rijtuig voorzien van C-veren en van een lederen kap. Achterop de cabriolet, tussen de beide C- veren bevindt zich vaak een klein platform waarop een kleine knecht stond, die behoorde tot het huispersoneel en te herkennen was aan de kleding die hij droeg, namelijk een mouwvest met een voorstuk uit laken, met zwartwitte of zwartgele horizontale strepen. Door deze smalle strepen kreeg de knecht de bijnaam: tiger. Zijn taak was voor het paard te gaan staan wanneer de aanspanning stil stond. Hoe kleiner de tijger, hoe groter het paard uitkwam en daarmee de rijkdom van zijn bezitter.
De Break
De break is van oorsprong een rijtuig dat gebruikt werd bij het africhten van paarden, door de hoge bok en de stevige voetplank kon men veilig de jonge paarden africhten. De hoge bok bood voldoende bescherming tegen het bokken en achteruitslaan van jonge paarden. De typische kenmerken van de break zijn de boven de vooras geplaatste hoge bok, met de stevige voetplank. De break komt in meerdere uitvoeringen voor en lenen zich bij uitstek voor het rijden met een vierspan.
Roofseat- break
In de rechte bak van het rijtuig is een ruimte gemaakt voor het vervoeren van bijv. honden, deze ruimte is voorzien van deurtjes, voorzien van jaloezieën. Op het dak van deze ruimte zijn zitbanken (roofseats) geplaatst. Deze break werd in het verleden gebruikt voor het vervoer van jachthonden, picknickspullen en personen.
Built-up break
Achter de hoge bok zijn op de rechte kast in het dwars zitbanken geplaatst. Op deze manier kon men meerdere personen vervoeren. Het rijtuig ontleent zijn naam aan de bouwwijze (built-up: opbouw).
Body-break
Dit type is waarschijnlijk ontstaan uit de behoefte om meerdere personen op een comfortabele manier te vervoeren. Achter de bokzit werden twee banken in de lengte richting geplaatst. Dit type break lijkt veel op een wagonette maar de bok is veel hoger en recht boven de vooras geplaatst.
Een variant van de body-break is de zomer-break die naast de bovengenoemde kenmerken tevens voorzien is van een afneembare kap.